Beestjes en Pluisjes…en snot (Deel 1).

Foto: Marco Cornelisse

Nadine (in de zwarte trui) gaf ons een kijkje achter de schermen.

Zes mei hadden we onze derde les in de tweede module van de opleiding Collectiebeheer. Het onderwerp van dit college was biologische aantasters, oftewel plaagdieren, schimmels en meer van dat soort ongein. De locatie voor dit college was zeer toepasselijk gekozen. We kwamen bijeen in het Natuurmuseum Brabant in Tilburg. Onze studiegenoot Nadine werkt in dit museum en was voor deze gelegenheid onze zeer gewaardeerde gastvrouw. Helaas was ik deze dag zelf erg verkouden, dus mijn herinneringen van het gebeurde zijn niet heel erg helder. Wat hier volgt is een waarheidsgetrouwe reconstructie van de dag gebaseerd op getuigenissen van studiegenoten en uitgebreide studie van de powerpointpresentatie die bij dit college hoorde en verschillende brochures over dit onderwerp zoals:

Leon Smets, Schimmels en insecten, Uitgave van Verzeker De Bewaring.

Click to access aflevering_schimmels_en_insecten.pdf

En

Agnes W. Brokerhof, Bert van Zanen & Arnold den Teuling, Pluis in Huis – Geïntegreerde bestrijding van schimmels in archieven, Uitgave Instituut Collectie Nederland, eerste druk mei 1999 (Herziene web-versie, juli 2003). http://www.nationaalarchief.nl/sites/default/files/docs/pluis_in_huis_def.pdf (Het verhaal over gammastraling hierin is echter enigszins achterhaald)

Pluisjes (ook wel schimmels genoemd).
Het college begon met een lezing van Jaap van der Burg over schimmels. Het eerste wat belangrijk is om te weten is dat schimmels alomtegenwoordig zijn. De lucht die wij ademen zit vol met sporen van schimmels. Een steriel depot is dan ook onmogelijk. De meeste schimmels hebben echter veel vocht nodig om tot ontwikkeling te komen. Op een zeer vochtige organische ondergrond kan een schimmel uitgroeien tot een mycelium (een pluizig lichaam of een zwamvlok). Dit pluizige lichaam bestaat uit een kluwen van schimmeldraden, de zogenaamde hyfen. Op het uiteinde van deze draden draagt de schimmel haar sporen. Die verspreiden zich in de lucht, totdat zij een eigen vochtige ondergrond vinden en de cyclus opnieuw begint.

Bij een relatief hoge temperatuur en een hoge luchtvochtigheid komen schimmels het snelste tot bloei. De ontkieming van schimmels ‘start’ bij een RV van 65% maar neemt aanzienlijk toe bij een RV van 75% en is zeer actief bij een RV van 85%. Als de luchtvochtigheid toeneemt worden immers ook de voorwerpen zelf steeds vochtiger. De vochtige voorwerpen zijn de voedingsbodem van de schimmels. Het vochtigheidsniveau van het voorwerp zelf, gekoppeld aan de omgevingstemperatuur bepaald of schimmels tot bloei komen of niet. Het is echter niet altijd het voorwerp zelf dat schimmelt. Jaap gaf een prachtig voorbeeld van een lade vol met Indonesische Krissen. De schedes en handvaten van deze ceremoniële wapens waren van tropisch hardhout gemaakt. Uit zich zelf schimmelt dit soort hout niet zo snel. Door de jaren heen was er op door het vele hanteren op de krissen een soort patina ontstaan van menselijk zweet, huidvet en andere materie. De schimmels hadden in dit patina een vruchtbare voedingsbodem gevonden.

Om tot ontwikkeling te komen hebben schimmels dus het volgende nodig:
• Een voedingsbodem
• Zuurstof
• Een temperatuur van minimaal 4 tot maximaal 40 graden Celsius
• Veel vocht (een RV van 70 tot 100%)

Alle mogelijke organische materialen kunnen schade oplopen door schimmel, maar cellulosehoudende en proteïnerijke materialen zoals papier en perkament zijn erg gevoelig. Die trekken zeer veel vocht aan en kunnen door de schimmels helemaal verteerd worden. Op documenten en boeken kan schimmel de vorm aannemen van vlekjes, dit is een variant van foxing. Ook kunnen zwamvlokken tekst en beeld onleesbaar maken en scheiden schimmels zuren af en kleurstoffen. De documenten kunnen daardoor erg broos en breekbaar worden en onleesbaar. In textiel veroorzaken schimmels vlekken en worden de vezels verzwakt. Bij oude fotocollecties is vooral de gelatinelaag die gebruikt werd bij het fixeren van de foto’s erg gevoelig.

Ook bij schimmels geld: ‘Voorkomen is beter dan genezen’. Het is verstanding om hier een geïntegreerd plan van aanpak voor te maken waarbij alle medewerkers (van collectiebeheerder tot vrijwilliger) worden betrokken. Als er tekens van schimmel gesignaleerd worden dan moet dat zo snel mogelijk gemeld worden zodat men acties kan gaan ondernemen. Het voorkomen, beheersen en bestrijden van schimmel kan worden ingedeeld in een aantal stappen.

 

1. Zorg voor een goed klimaat. Dat betekend een luchtvochtigheid van onder de 65% . Voorkom microklimaten in bergruimten tegen b.v. koude buitenmuren of bij vochtbronnen in de buurt. Zorg er natuurlijk ook voor dat je depot of bibliotheek zo schoon en stofvrij mogelijk blijft.

 
2. Vermijd besmettingsbronnen. Vooral geïnfecteerde luchtbevochtigers zijn berucht. Als de blaasroosters geïnfecteerd zijn met schimmel dan zal in de meeste gevallen het hele apparaat geïnfecteerd zijn. Regelmatig onderhoud van de bevochtiger en vervanging van filters van andere airconditioningsapparaten is verstandig. Als er een vermoeden is van een verhoogde schimmelsporenconcentratie dan kunnen er luchtmonsters worden genomen om de kolonievormende sporeneenheden in de lucht te meten, ook wel een kiemgetalmeting genoemd. Wanneer de kiemgetalmeting groot is, dan is de kans op schimmelvorming ook groot. Als je nieuwe voorwerpen binnenkrijgt moeten deze ook zorgvuldig worden gecontroleerd op schimmel voor je ze bij de rest van de collectie zet.

Foto: Marco Cornelisse

Jaap van den Burg geeft uitleg over de kiemgetalmeting. Het raster in de afgebeelde voedingsbodem is om de schimmelkolonies beter te kunnen tellen. Bij 0-25 aanwezige kolonieën hoeft men geen problemen te verwachten. Bij 25-100 is er mogelijk een besmettingsbron en is nader onderzoek nodig. Bij 100-1000 Is er een bron aanwezig en kan er vaak al schimmel op de objecten worden gevonden. Bij 1000 of meer is direct ingrijpen noodzakelijk.

 
3. Voer regelmatig inspecties uit. Ga daarbij ook om je reuk af. Een schimmeluitbraak in een vroeg stadium is visueel moeilijk te herkennen maar is zeer herkenbaar aan de karakteristieke muffe geur. Als er schimmel is aangetroffen en je weet niet zeker of deze nog actief is, dan kun je een test uitvoeren met de zogenaamde ARA-kit. Deze bestaat uit een vochtig en steriel wattenstaafje en een reageerbuisje met een voedingsbodem. Met het wattenstaafje wrijf je over de schimmelplek. Vervolgens stop je het in het buisje met voedingsbodem en bewaar je 2 tot 5 dagen bij een temperatuur tussen de 25 en 30 graden Celsius. Groeit er schimmel in het buisje dan leeft de schimmel nog.

 
4. Voorkom verspreiding. Dus neem de oorzaak weg. Verwijder de geïnfecteerde voorwerpen. Stop ze in een plastic (polyethyleen) zak en zet ze in quarantaine totdat ze behandelt kunnen worden. Als een hoge luchtvochtigheid de oorzaak is van de infectie dan moet die geleidelijk worden verlaagd. Als de schimmel verspreid word door de luchtbevochtiger zet die dan uit en reinig hem zo snel mogelijk. Vervolgens moeten ook de stellingen en de ruimte goed schoongemaakt worden. Gebruik hiervoor bij voorkeur een ethanoloplossing in water. Desinfecterende zepen zoals Dettol zijn ook een optie en op voorwerpen die minder vochtgevoelig zijn kunnen oplossing van quarternaire ammoniumverbindingen gebruikt worden. Deze quats zijn bacterieen en schimmeldodend, goedkoper dan ethanol en in de handel verkrijgbaar met merknamen zoals: Suma Bac D10 of Microquat NF.

 
5. Behandel de geïnfecteerde voorwerpen. Het droog mechanisch verwijderen (afborstelen met een zachte borstel) is de meest voorkomende methode om schimmel te behandelen. Bij levende schimmels blijven er dan nog wel sporen en draden van de schimmel in het materiaal achter. Nauwgezette klimaatcontrole moet dan voorkomen dat de schimmel opnieuw tot bloei komt. Bij zeer lokale schimmelplekken kan gebruik worden gemaakt van een wattenstaafje met ethanol om de schimmel te bestrijden. Een derde methode van bestrijding is Gammadoorstraling. Het voordeel van Gammastraling is dat grote hoeveelheden beschimmeld materiaal in één keer behandelt kunnen worden. Bovendien is het zeer effectief. Het dringt door tot in de kern van een voorwerp waardoor alle schimmel en eventuele insecten worden gedood. Daarnaast kost deze behandeling weinig tijd en zijn de kosten relatief laag. Ook zijn er geen nadelen voor de mens bekent. De behandeling zelf heeft wel een paar nadelen. Hoge doses Gammastraling en herhaalde behandelingen kunnen versnelde veroudering van een object veroorzaken. Tegenwoordig zijn de gebruikte stralingdoses (8 a 10 kiloGray) wel een stuk lager dan enkele jaren geleden. Na de bestraling moet het dode schimmelmateriaal ook nog handmatig verwijdert worden.

Hulk smash

Hulk smash because of Gammarays. Schimmel gaat dood door gammastraling

Protect yourself
Bij een grote schimmeluitbraak of bij het werken met beschimmelde voorwerpen is persoonlijke bescherming van groot belang. Giftige schimmels komen gelukkig weinig voor in erfgoedcollecties, maar langdurige blootstelling aan de huis tuin en keuken schimmels kan ook tot soms ernstige gezondheidsklachten leiden. Zo kan je kwalen zoals ontsteking van het neusslijmvlies (allergische rinitis), sinusistis en astmatische klachten oplopen door je werk met beschimmelde voorwerpen. (Note to self: ruim keuken op en doe de afwas. In warm zomerweer is dat een broedbed van schimmels). Het advies is dan ook om je kleden in een stofjas of wegwerpoveral, dat je gebruik maakt van wegwerphandschoenen en vooral belangrijk is een mondmasker met een P3-filter en een uitademventiel om jezelf te beschermen tegen zeer fijn stof en schimmelsporen.

 

P3 mondkap

Een P3-gezichtsmasker is de meest veilige vorm van een gangbaar wegwerpmasker. Een P3-masker bied bescherming tegen fijnstof, ziektekiemen, schimmelsporen en zelfs gasdampen. Deze maskers kosten ongeveer 1 tot 10 euro per stuk.