9 September Edinburgh en Hout.

Edinburgh

foto's telefoon 560

Begin september had ik mijn “grote” vakantie van dit jaar. Tien dagen Edinburg, ik vertrok op de 5de en kwam maandag de 15de terug. Edinburgh was fantastisch. Een prachtige oude stad met veel sfeer en schitterende musea. Bijna alle musea in Edinburgh hebben gratis entree, dus vier van mijn 10 dagen vakantie heb ik doorgebracht in The National Poirtrait Gallery, The Scottisch National Gallery en The National Museum of Scotland (twee bezoeken).Tijdens deze bezoeken heb ik geprobeert met een nieuwe blik naar deze musea te kijken. Wat kon ik leren? Hoe kijk ik als toekomstig collectiebeheerder tegen de inrichting van een museum aan?

In the Scottisch National Gallery zag ik dat er wat bekende truks werden toegepast wat betreft behoud en beheer. Zoals tafels onder schilderijen om te voorkomen dat bezoekers te dichtbij komen en touwen gespannen over stoelen waar niet in gezeten mag worden. In elk museum was de entree goed afgescheiden van de collectie zelf, waardoor de voorwerpen minder last hadden van schommelingen in het klimaat. Wat echter ook opviel is dat meer geld interessante dingen doet voor behoud en beheer in musea. Zo kwam ik veel meer klimaatkasten tegen in The National Portrait Gallery dan ik in veel Nederlandse musea zie, maar werd er ook gebruik gemaakt van behoudsmaatregelen die met meer bescheiden middelen toegepast kunnen worden. Als er meer geld beschikbaar is betekend dat dus niet dat alle behoudsmaatregelen veel moeten kosten. Vitrines met lichtgevoelige prenten werden bijvoorbeeld afgedekt met leren lappen die bezoekers zelf konden optillen. Dit voorkomt dat de voorwerpen bloot worden gesteld aan teveel UV-straling. Deze maatregel is echter simpel zelf uit te voeren en hoeft niet teveel te kosten.

The Scottisch National Gallery. Een tafel onder een schilderij voorkomt dat bezoekers er te dicht langs lopen. Zo wordt schade door b.v. rondzwaaiende tassen voorkomen.

The Scottisch National Gallery.
Een tafel onder een schilderij voorkomt dat bezoekers er te dicht langs lopen. Zo wordt schade door b.v. rondzwaaiende tassen voorkomen.

The National Portrait Gallery. Een leren flap over een vitrine met lichtgevoelige voorwerpen, beperkt de blootstelling aan licht op een simpele manier.

The National Portrait Gallery.
Een leren flap over een vitrine met lichtgevoelige voorwerpen, beperkt de blootstelling aan licht op een simpele manier.

Wat mij ook opviel is wat een goede inrichting van een museum doet voor de bezoekers. The National Portrait Gallery is in 2011 verbouwd. De nieuwe inrichting is zeer klassiek, maar met veel aandacht voor belichting en looprichting. Er werd bijna geen gebruik gemaakt van multimedia. Dit zorgde voor een prettige en rustige museumervaring. Het was de inhoud van de tentoonstellingen, die goed was afgestemd op de publieke belangstelling zonder expliciet populair te worden, die het publiek trok. Het contrast met The National Museum of Scotland was groot. Ook dit museum is recentelijk verbouwd en heeft een nieuwe vleugel gekregen. Het resultaat is een museum dat uit twee apparte musea lijkt te bestaan. De ene helft van het museum behandelt biologie, antropologie en wetenschap, de andere helft gaat over de geschiedenis van Schotland. Vandaar de twee bezoeken op verschillende dagen.

The Scottisch National Museum Heeft een prachtige centrale hal van gietijzer en glas, met wat random Schotse voorwerpen. Zoals een lens van een vuurtoren, ontworpen door de beroemde familie Stevenson.

The Scottisch National Museum Heeft een prachtige centrale hal van gietijzer en glas, met wat random Schotse voorwerpen. Zoals een lens van een vuurtoren, ontworpen door de beroemde familie Stevenson.

De populair-wetenschappelijke kant van het museum is gevestigd in het victoriaanse gedeelte van het gebouw. De constructie van dit deel van het pand bestaat uit veel gietijzer en glas. In dit deel van het museum word veel gebruik gemaakt van multimedia. De inrichting heeft een warrige opstelling die zeer abrupt van het ene onderwerp naar het andere onderwerp over lijkt te gaan. Blijkbaar is de opstelling in verdiepingen opgebouwd en niet gekoppeld aan de looprichting van de bezoeker. De informatie wordt in zeer kleine brokken aan het publiek aangeboden , waarbij het voor mij niet altijd duidelijk was wat de plek van die informatie in een groter raamwerk was. Het museum lijkt inderdaad wat meer jeugd aan te trekken, maar zelfs als er weining bezoekers waren geweest dan had het de indruk gegeven alsof het ontzettend druk was. Dus of er inderdaad meer bezoekers waren dan in de andere musea kan ik afgaande op mijn eigen indrukken niet zeggen.  Het geluid van de multimedia, de warrige opzet van de tentoonstelling en de hapsnap benadering van informatieoverdracht maakte mij als bezoeker vooral snel moe. Ik kreeg een overvloed aan indrukken, maar het boeide uiteindelijk maar weinig. Dit gevoel van drukte leek overigens ook een zekere baldadigheid bij sommige bezoekers te weeg te brengen. Er werd overigens niets opzettelijk beschadigd.

Het historische gedeelte van het museum leed, zij het  in mindere mate, aan het zelfde euvel. Er was meer aandacht besteed aan thema’s binnen de collectie zelf, religie, industrie, de clans enz, maar de looprichting was ook hier onduidelijk. Hierdoor was het mogelijk om zonder waarschuwing van de tentoonstelling over de convenanters in een tentoonstelling over industrie te belanden, zonder dat je het direct doorhad. Wat ook opviel in deze vleugel was het feit dat de begane grond veel meer doordacht was ingericht dan de volgende verdiepingen. Het leek dat bij elke verdieping hoger de vitrines voller werden. In deze nieuwe vleugel kwam het gebruik van natuursteen in het gebouw zelf bijna overweldigend over.

In conclusie; een tentoonstelling met een goed gekozen (lokaal) thema trekt net zo goed bezoekers als de toepassing van multimedia. Gratis entree maakt een museumbezoek daadwerkelijk veel laagdrempeliger. Prop je museum niet al te vol en weet welk verhaal je met voorwerpen wilt vertellen en bedenk goed welke invloed multimedia op het gedrag van je bezoek kan hebben voordat je het instaleerd. Er zijn natuurlijk nog veel meer interssante conclusie te trekken, maar ik heb vandaag niet de tijd om daar allemaal op in te gaan. Edinburgh zal ongetwijfelt later nog wel een keer als voorbeeld langskomen.

Op het HMC

In Amsterdam moesten al mijn medestudenten natuurlijk wel naar school. Ik dacht dat ik medelijden met ze zou hebben. Maar zij hadden die dag een praktische les in het fineren van hout! Als ik de foto’s bekijk heb ik wel wat gemist. Nou ja, die middag zat ik in het Whiskyrestaurant Amber te genieten van een lamsstoofpot, met een goed glas Bowmore Darkest Whisky erbij.

foto's telefoon 500

De resultaten van de noeste arbeid van mijn collega-studenten.

 

Uitleg over fineer door onze docenten

Uitleg over fineer door onze docenten