16 september. Papier. De Middelste Molen en Coda

Voor onze les over papier maakten we op 16 september een dubbele excursie de papierfabriek “De Middelste Molen” en naar het Coda (Cultuur onder Dak Apeldoorn). De papiermolen in Loenen is de enige werkende papierfabriek die nog op waterkracht kan worden aangedreven. Bij een latere modernisering werd er ook een stoommachine geïnstalleerd. Tot 1960 werd “de Middelste Molen”nog gebruikt voor de commerciële productie van papier. Tegenwoordig heeft de molen een museale functie en produceren vrijwilligers verschillende soorten papier.

Papiermolen "De Middelste Molen" in Loenen

Papiermolen “De Middelste Molen” in Loenen

Papier bestaat uit de fijngestampte of gesneden vezels van grondstoffen zoals hout, lompen, riet of oud papier. Deze vezels worden vermengt met water tot een soort dunne soep. Bij een ‘goede soep’ zijn de vezels zo kort dat men ze niet meer met de hand kan grijpen. Met een raamwerk met een bodem van fijn gaas van textiel of koperdraad word vanonder uit de papierkuip het papier geschept. De papierschepper schud de vorm om de vezels gelijkmatig de verdelen. Het laagje natte papier word afgekoetst op een laag vilt. Verschillende lagen vilt en papier worden gestapeld en vervolgens word in een pers het restwater uit het papier geperst. De vellen papier worden van het vilt afgenomen en opgehangen om ze te drogen. Het papier werd vaak nabehandeld met een bad van beenderlijm opgelost in water met aluin. Door deze afwerklaag word het papier goed beschrijfbaar.

In het onderstaande filmpje wordt het proces van papiermaken in het kort uitgelegt.

Bij machinaal papier word de papierpulp niet geschept maar op een lopende band van zeefdoek gespoten. Het restwater word uit het papier geperst met een pers waarvan de rollen met vilt zijn bekleed. Het drogen gebeurt met behulp van verhitte cilinders. Om het papier gladder te maken kan het daarna tussen twee walsen ‘gekalanderd’ worden. Machinaal papier heeft een looprichting.

Door de beweging van de lopende band van de zeef gaan de vezels in één richting lopen. Wanneer de vezels in de lengte van een vel lopen spreken we van langlopend papier, liggen de vezels in de richting van de korte kant van het papier dan spreekt men van breedlopend papier.

 

Middags bezoeken we het CODA in Apeldoorn. Het CODA is een bibliotheek, archief en museum onder een dak. Dit is het museum waar onze collega Tamar werkt. Zij leidde ons dan ook rond door het museum, de bibliotheek en de depots. Omdat het Coda dus naast een museum ook een bibliotheek en archief zijn, hebben ze een ruime collectie papier en papieren voorwerpen. Tamar laat ons wat papieren ‘kunstboeken’. Kunstboeken in deze zin zijn boeken, vaak uitgegeven in eigen beheer door schrijvers, dichters of beeldend kunstenaars, waarvan de fysieke vorm vaak net zo belangrijk van is als de inhoud. Ook laat ze ons wat papieren juwelen zien.

Tamar laat enkele kunstboeken zien

Tamar laat enkele kunstboeken zien

Papier analyseren

Papier analyseren

 

 

 

 

 

 

Vervolgens krijgen wij verschillende papieren voorwerpen onder handen (boeken, etsen, architectonische kaarten enz.) om onze analyses te oefen. Kunnen wij het soort en de kwaliteit van het papier herkennen? Welke drukvormen zijn toegepast? Welke schade heeft het papier geleden en hoe is deze schade ontstaan?

Jaap brengt ons nog het een en ander bij over papier ( en hier steun in op de notities van mijn collega Tony Jonges).

– Een kilo papier bevat gemiddeld zo’n 100 gram water (een kubieke meter lucht daarentegen slechts 10 gram)
– Vanaf de 19e eeuw wordt veel papier van hout gemaakt (i.p.v. lompen). Van fijngemalen hout wordt een pap gekookt ; na toevoeging van enkele chemicaliën om de lignine (houtstof) tussen de celwanden op te lossen, ontstaat een brij  die voornamelijk uit cellulose bestaat. Na bleking blijft er een witte pulp over (celstof) waarvan papier kan worden vervaardigd. De celstof wordt doorgaans in balen geperst die later in een papierfabriek worden opgelost om papierbrij te maken.
– Modern papier bestaat zelden alleen uit vezels; om het beter beschrijfbaar te maken worden er wel tot 25% hulpstoffen (zoals krijt of kaolien) aan toegevoegd. Verder krijgt het papier vaak een coating.
– Door de cellulose is papier zurig. In contact met lucht of water worden de vezelketens afgebroken en verdubbelt het aantal ‘kopse kanten’ van de vezels, waar hetjuist het zuur vrijkomt. Temperatuur, zuurstof, vocht en licht (of andere straling) versnellen dit proces van verval.
– ‘Zuurvrij papier’ of alkalisch papier bevat net zo veel zuur als gewoon papier…… Echter door de kalkbuffertjes tussen de vezelstrengen die het zuur absorberen ademt dit papier geen zuur uit en blijven de vezelketens langer intact. Het heeft dus een langere levensduur dan gewoon papier.
– Ook houtvrij papier is een misleidende term: het papier heeft wel degelijk hout als grondstof, maar de celstof is zo behandeld en gebleekt is dat er nog weinig lignine (houtstof) aanwezig is.