Module 9. Logistiek.

De afgelopen weken zijn we met de opleiding bezig geweest met de module logistiek. Officieel is logistiek het organiseren, plannen, besturen en uitvoeren van de goederenstroom en de wetenschap hierover. In andere woorden: het er voor zorgen dat de juiste dingen, op de juiste tijd op de juiste plaats zijn. Voor ons als collectiebeheerders betekend logistiek alles dat met het (veilig) opbergen, terugvinden, vervoeren en tentoonstellen van objecten te maken heeft, van nummering tot verzekering, van verpakking tot zwaar vervoer.

Om meer te weten te komen over de logistieke aspecten van het vak van collectiebeheerder hebben we met de opleiding een aantal excursies gemaakt. Wij hebben de Koninklijke Saan bezocht. Een bedrijf gespecialiseerd in zwaar transport met ervaring in het museale werkveld. Op 10 november hebben we in de Jaarbeurshallen in Utrecht de Logistica vakbeurs bezocht. Logistica is de belangrijkste vakbeurs op het gebied van logistiek en goederenstroombeheersing binnen de Benelux. Ten slotte hebben mijn collega’s op 17 november een bezoek gebracht aan Kortmann Art Packers & Shippers. Ik kon er bij dit laatste bezoek helaas niet bij zijn ivm met een sollicitatiegesprek (ook belangrijk natuurlijk).

 

Koninklijke Saan b.v.

Wat heeft zwaar transport te maken met museale collecties en/of archieven? Meer dan je in de eerste instantie zou denken. Museale objecten kunnen soms zo groot en zwaar zijn dat er gespecialiseerde apparatuur nodig is om ze veilig te kunnen verplaatsen. Bij gespecialiseerde apparatuur kun je denken aan hijskranen om zware voorwerpen in en uit een gebouw te verplaatsen. Hijsbruggen zijn een voorbeeld van gespecialiseerde “hijskranen” die in een ruimte kunnen worden opgebouwd om bijvoorbeeld een zwaar beeld van of op een sokkel te hijsen. Maar soms is de gespecialiseerde apparatuur kleiner of subtieler van aard. Denk hierbij aan vloerplaten die tijdelijk de draagkracht van een houten vloer in een monumentaal pand kunnen vergroten. Maar ook gespecialiseerde “Hondjes” (platen met wieltjes eronder) speciaal gemaakt voor het vervoer van kasten zijn een voorbeeld. Een bedrijf dat gespecialiseerd in verhuizingen en zwaar transport zoals Koninklijke Saan heeft niet alleen apparatuur in huis die een museum vaak niet heeft, maar ook de expertise die nodig is voor de zware transporten die voor de meeste collectiebeheerders geen dagelijkse bezigheid zijn.

Een voorbeeld van zwaar transport in ons eigen Noordelijk Scheepvaartmuseum is de verhuizing van twee sloepen in 2012. Deze twee sloepen stonden op de zolder van het museum en waren te groot om via de trappen naar beneden te worden gedragen. Ze konden wel via een luik in het dak naar buiten (het museum is een voormalig pakhuis), maar hoe kwamen ze dan veilig beneden? Daar was zwaar materieel voor nodig.

 

Koninklijke Saan b.v. is zelf ook betrokken geweest bij het vervoer van de Koninklijke Sloep bij het (Amsterdams) Scheepvaartmuseum.

 

Logistica

We werden naar de Logistica Vakbeurs gestuurd met de opdracht om te zien of we nieuwe innovaties konden vinden op de beurs die ook van belang kunnen zijn voor collectiebeheerders. Een ingewikkelde, maar tegelijkertijd ook simpele opdracht. Ingewikkeld omdat we een wereld instappen die op het eerste gezicht niet bekend is voor ons en wij collectiebeheerders {erfgoedsector} zijn voor een groot deel van de experts op het gebied van logistiek ook een onbekende doelgroep.

Maar toen we meer gingen rondkijken kwamen we zeker technieken en middelen tegen die ons als collectiebeheerders zouden kunnen helpen. Denk bijvoorbeeld aan een blussysteem dat werkt door het zuurstofarm maken van een magazijn of depot. Voor museale objecten een een stuk minder schadelijk dan een sprinklersysteem. Of een elektrische trappenloper waarmee je zware objecten op een soepele en gecontroleerde manier de trap af kan lopen, Kratten van kunststof waar een interieur op maat in kan worden gemaakt voor het vervoer van vreemd gevormde en kwetsbare objecten.

Mijn favoriet was een nummering- en registratiesysteem dat werkt doormiddel van chips. Geen nieuwe techniek, in winkels worden dit soort chips immers al veel langer gebruikt voor de registratie en beveiliging (piepen als je langs de poortjes komt). Door nieuwe ontwikkelingen worden deze chips en de bijbehorende scanners echter steeds kleiner en betaalbaarder. Een dun kartonnen plaatje ter grote van een pinpas kost slechts een paar cent en zou goed kunnen werken voor bijvoorbeeld de nummering van een schilderij. Het voordeel is dat deze chips niet op batterijen werken, ze ook te gebruiken zijn om voorwerpen tegen diefstal te beveiligen en dat ze al van een afstand van anderhalf meter uit te lezen zijn. Dit betekend dat je een voorwerp niet meer hoeft aan te raken of te verschuiven voor het controleren van het nummer. Kleinere chips ter grote van een klein plat dropje { ongeveer in vierkante cm} zijn ook te krijgen voor een cent of 20. Deze chips zijn te programmeren met een nummer dat gekoppeld kan worden aan een registratiedatabase zoals Adlib.